1. Scheefstand van het gebouw
Onder invloed van de mijnverzakkingen is het gebouw (samen met de rest van Eisden Dorp) verzakt. Deze verzakking heeft ertoe geleid dat het bestaande gebouw in zijn geheel is scheef gezakt. Het gebouw staat bij gevolg niet waterpas.
Het gebouw staat overhoeks (van linker voorzijde naar rechter achterzijde) 20cm scheef (achterzijde is lager dan voorzijde en rechterzijde is lager dan linkerzijde).
In het bestaande gebouw worden elementen die in normale omstandigheden waterpas geplaatst worden, geplaatst parallel met de vloer.
Het nieuwe gebouw wordt waterpas geplaatst. Het 0.00 peil is vastgelegd op een punt in het bestaande gebouw. Dit punt werd aangeduid op het gelijkvloers in de linkervleugel van het bestaande gebouw ter hoogte van de nieuw te maken doorgang naar de uitbreiding.
De aansluiting van de uitbreiding van het bestaande gebouw ter hoogte van de linkervleugel van het bestaande gebouw gebeurt dus op hetzelfde peil. Door de scheefstand van het bestaande gebouw zal dan de aansluiting van de uitbreiding met de rechtervleugel van het bestaande gebouw 13,5cm in peil verschillen (bestaande lager dan uitbreiding). Om dit niveauverschil op te vangen werden een aantal hellende vlakken opgenomen in de aansluiting met de rechtervleugel.
Ter hoogte van de aansluiting tussen de uitbreiding en het bestaande gebouw in het centraal gedeelte blijft het niveauverschil beperkt en wordt opgevangen in de vloerafwerking in de aansluiting.
Het gebouw staat overhoeks (van linker voorzijde naar rechter achterzijde) 20cm scheef (achterzijde is lager dan voorzijde en rechterzijde is lager dan linkerzijde).
In het bestaande gebouw worden elementen die in normale omstandigheden waterpas geplaatst worden, geplaatst parallel met de vloer.
Het nieuwe gebouw wordt waterpas geplaatst. Het 0.00 peil is vastgelegd op een punt in het bestaande gebouw. Dit punt werd aangeduid op het gelijkvloers in de linkervleugel van het bestaande gebouw ter hoogte van de nieuw te maken doorgang naar de uitbreiding.
De aansluiting van de uitbreiding van het bestaande gebouw ter hoogte van de linkervleugel van het bestaande gebouw gebeurt dus op hetzelfde peil. Door de scheefstand van het bestaande gebouw zal dan de aansluiting van de uitbreiding met de rechtervleugel van het bestaande gebouw 13,5cm in peil verschillen (bestaande lager dan uitbreiding). Om dit niveauverschil op te vangen werden een aantal hellende vlakken opgenomen in de aansluiting met de rechtervleugel.
Ter hoogte van de aansluiting tussen de uitbreiding en het bestaande gebouw in het centraal gedeelte blijft het niveauverschil beperkt en wordt opgevangen in de vloerafwerking in de aansluiting.
2. Renovatie lambrisering in eik
De bestaande lambrisering in eik dient gerenoveerd te worden. Hierbij doet zich een probleem voor met het houtbehandelingsproduct.
Het probleem is dat de lambrisering bestaat uit verschillende soorten eik: Amerikaanse eik, Japanse eik, massieve panelen, fineer e.a. Dit zorgt ervoor dat het product waarmee de oude vernis dient verwijderd te worden verschillende resultaten oplevert. De tekening en kleur van het hout wordt hierdoor beïnvloedt. Door de trage werking van het product komen de lijmlagen onder de fineer door het hout naar boven. Hierdoor ontstaan vlekken. Een alternatieve behandeling met een sneller werkend product is niet toegestaan door de schadelijke aard er van. Na behandeling met het traagwerkend product wordt het hout eerst met een stalen borstel geschuurd en daarna met de hand. Dit probleem word opgelost door het hout af te werken met een wax i.p.v een vernis. Deze wax is een combinatie van wassen en olie. Waar een vernis een oppervlaktebescherming geeft zal de wax gedeeltelijk intrekken in het hout waardoor men een beter bescherming bekomt. Ook zal de wax zorgen voor een grijzere look, die amper verkleurd, terwijl een vernis het hout eerder zal vergelen door de jaren heen. |